Toekomstbestendig sociaal domein voor drie Brabantse gemeenten

Landelijke ontwikkelingen, zoals de Hervormingsagenda Jeugd, het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en het Integraal Zorgakkoord, vragen om een andere manier van organiseren in het sociaal domein. Q&A Publiek ontwikkelde samen met de ABG-organisatie (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen) én hun uitvoerende partners een breed gedragen toekomstscenario. Een eerste belangrijke stap naar een nieuwe werkwijze en uitvoering.

“De gemeenteraad wilde weten of het sociaal team – met name de toegang tot jeugdhulp – nog wel functioneerde zoals het was bedoeld”, vertelt Marleen Loots, strategisch adviseur bij de ABG-organisatie. “We wilden deze evaluatie niet zelf doen – het gaat immers om onze eigen collega’s – en besloten de opdracht aan Q&A Publiek voor te leggen. We kenden Quirien en Arne al van een eerdere opdracht voor Hart van Brabant en hun verfrissende aanpak sprak ons aan.”

Andere vraag
Die frisse blik leverde direct al iets op, vervolgt Loots: “Q&A vond dat we de verkeerde vraag stelden. Ze wezen ons erop dat het veel zinvoller zou zijn om te anticiperen op de grote landelijke veranderingen die eraan kwamen. Ga nou niet terugblikken, zeiden ze, maar kijk vooruit, naar de toekomst. Dat triggerde ons enorm en resulteerde in een nieuwe onderzoeksvraag: hoe kunnen we het sociaal domein binnen de drie gemeenten toekomstbestendig inrichten? Het is grappig dat Q&A in feite iets is gaan doen, wat we niet aan ze gevraagd hebben. En dat is maar goed ook. Als we alleen hadden teruggeblikt, hadden we nu een rapport gehad dat niet zou passen bij de nieuwe context. Hoeveel hadden we daarvan kunnen gebruiken? Doordat Quirien en Arne kritisch waren, hebben we veel tijd bespaard.”

Samenwerking als voorwaarde
Voor Q&A was samenwerking een belangrijke voorwaarde bij de ontwikkeling van de toekomstbeelden: “De gemeenten wilden dat wij de scenario’s zouden opleveren, maar voor ons was al snel duidelijk dat we met alle partners om de tafel moesten. Niet alleen om alle kennis en ervaring in te zetten, maar ook voor voldoende draagvlak. We hebben de gemeenten uitgelegd dat ook zij mee moesten in het proces; vanuit een dubbele rol als opdrachtgever en dienstverlener aan inwoners.”
Quirien en Arne hebben een duidelijke visie en durven die ook neer te zetten, vindt Loots. “Ze stelden continu kritische vragen, daarin ligt hun kracht. Ze hebben ons een spiegel voorgehouden en ons uitgedaagd om het gemeentehuis uit te komen. Als je écht meer samenhang in de ondersteuning wilt, moet je samenwerken, in partnerschap. En omdat ze deskundig en ervaren zijn, kunnen ze hun verhaal goed uitleggen – ook aan bestuurders. Die merken dat ze weten waar ze het over hebben. Dat helpt natuurlijk enorm.”

Aanpak
Na groen licht voor de aanpak bracht Q&A eerst met de gemeenten hun gedroomde scenario voor het sociaal domein in kaart. Met die verhalen gingen we vervolgens bij alle stakeholders ‘op de koffie’ om uit te leggen wat ze wilden gaan doen en hoe ze tegen het samenspel tussen gemeenten en uitvoerende partijen aankeken. Alle partijen wilden meedoen.
Vervolgens organiseerden we in drie maanden tijd drie bijeenkomsten. “We vroegen tijdens de eerste bijeenkomst ook de partners naar hun droomscenario”, legt Arne uit. Het bleek een geweldige manier te zijn om elkaar te leren kennen. Door echt naar elkaar te luisteren en oog te hebben voor elkaars visie en positie, ontstaat er ruimte om de samenhang te zien. We hebben geprobeerd de partijen tijdens dit proces het bewustzijn mee te geven dat ze onderdeel zijn van een ecosysteem.”
Alle ‘dromen’ werden bij elkaar gelegd en getoetst aan de landelijke ontwikkelingen. Daaruit kwam een scenario, een soort blauwdruk voor de toekomst, dat tijdens de derde bijeenkomst werd gepresenteerd. Arne: “Het was mooi om te zien dat alle partijen er enthousiast over waren en dat de gemeenten echt geluisterd hebben naar hun partners”.

Gezamenlijke visie
Het opzetten van dit ecosysteem is niet bepaald ‘een schuurtje bouwen’, vindt Quirien. “Je moet het echt in samenhang doen en er moet toewijding zijn. Veel partijen waren aan het begin sceptisch over de mooie bedoelingen. We hebben veel terug gehoord dat men nauwelijks kon geloven dat het zo gelopen is.”
Marleen Loots: “Het was geen lineair proces, het verliep allemaal organisch – en dat is precies wat Q&A goed kan. Ze houden ruimte voor beweging, sturen bij waar nodig en blijven altijd oog houden voor het grotere geheel. Dankzij hun benadering is het geen gemeenteproduct geworden, maar echt een gezamenlijke visie met uitvoerende partners.”
De onderlinge verhoudingen zijn gedurende het traject volgens Quirien ontzettend verbeterd: “De ABG-organisatie verdient daarvoor een compliment. Veel gemeenten hadden dit niet op deze manier aangepakt.” Arne vult aan: “Absoluut. En die betere verhoudingen gaan helpen, want het echte werk moet natuurlijk nog beginnen. Er ligt een flinke uitdaging voor gemeenten en partners om de gewenste inrichting de komende jaren ook echt samen te realiseren.”

Benieuwd naar het rapport?
Je kunt het via deze link downloaden.